23 maart – 5 april Met Pasen arriveerden wij in Perth. Twee weken hebben we in het huis van Prabs geacclimatiseerd en praktische dingen geregeld voor de toekomt. Het was heerlijk om Satrup en Prabs weer te zien, heerlijke vrolijke wijze vrouwen. Doordat Australie voor Joy nieuw is, bezag ik het weer met frisse ogen. En het bevalt nog steeds, al ben ik wellicht niet meer zo lyrisch als vroeger. Die ‘reality check’ heeft zich echter in meer leefgebieden voorgedaan, dus nieuw is het niet. De overgang van Nederland in maart naar subtropisch Perth, met het tijdsverschil, is toch niet in een uurtje gedaan hoewel het zonder klagen ging. Een beetje stressfactor was toch wel de aanschaf van de auto. Dat duurde voor mijn gevoel te lang, zeker als ik een master check had laten doen; een grondige inspectie van mn oudere 4WD’s. Uiteindelijk dat toch niet laten doen, omdat de verkoper betrouwbaar leek en de auto in zeer goede staat. Het voelde goed en uiteindelijk is de koop gesloten. En waren wij klaar voor vertrek richting Broome.
6 april We zijn zondag uit Perth vertrokken na er bijna twee uur over gedaan te hebben om de auto in te pakken met onze spullen. Naast alle baggage vanuit Nederland, ook nog een en ander dat ik hier had aangeschaft (wat kleine hh appartuur enzo, dat in Broome zeer ws veel duurder is). We reden naar Jurien Bay voor de nacht, een rit van ruim 300 km en dus bijna 4 uur rijden. Omdat we om en langs Perth moesten ging dat traag: max. snelheid van soms 60 of 80 km per uur en een lang stuk een mijnwagen voor ons, die twee banen breed naar het Noorden getransporteerd werd. Joy hield zich goed. Wat tekenen op een tafeltje gefabriceerd van een deksel van een doos, lezen, zingen en DVD kijken. Komt die overbodige luxe in de auto toch wel heel goed van pas. Voor mij was het weer even wennen, zo lang rijden en concentreren en nu ook nog een kind vermaken en continu in interactie zijn. Lang rijden vind ik meestal niet erg of moeilijk, maar mijn zwakte is toch wel in gesprek zijn tijdens het rijden. Dat vergt dus de nodige aandacht en maakt het rijden de eerste dagen toch vooral vermoeiend. Het landschap en het in Australie zijn maakt echter veel goed.
Jurien bay is een van de vele kustplaatsjes met zoals overal een mooi strand en spectaculaire zonsondergang. Er valt daar geloof ik niet veel te beleven, maar dat maakte niet uit, want wij wilden alleen maar overnachten. Het was letterlijk en figuurlijk mijn vuurdoop wat betreft het kamperen met Joy. De tent stond zoals beloofd in 3,5 seconden, het bed (onze swag) was al opgemaakt, dus dat hoef ik alleen maar uit te rollen. En dan nog koken. Het eenpitsgasstel bleek verradelijk gevaarlijk als je even vergeten bent hoe om te gaan met een gasfles. Namelijk altijd eerst de lucifer aan en dan het gas open. De fles zat ook nog eens niet goed, dus toen ik de knop om had, Joy antwoord had gegeven en de lucifer aanstreek zat ik in een vuurzee. Joy gelukkig ruim op afstand gehouden en dus alleen bij mij de haren van de armen en een knie weggeschroeid. Zo een fout maak je maar een keer. Het gasstel stond in lichterlaaie en gelukkig reageerden omstanders adequaat op mijn hulp geroep, nl met een emmer zand. Einde gasstel en toch maar een boterham voor avondeten. Campings faciliteren wel centrale keukens maar vaak met magnetron, een aantal BBQ’s en koelkasten. Er was geen gaspit voor een pan en ik had het ook wel even gehad.
7 april De volgende dag verder naar Kalbarri. Omdat ik gelezen en gehoord had dat het daar mooi is een tussenstop van twee nachten ingelast. We hebben dinsdag eerst een wandeling gemaakt in een park bij Natures Window, een erg mooi ravijn met in de verre diepte de Murchison rivier. Ook al was het vroeg in de ochtend, het was er warm en de zon scheen ongenaakbaar. De weg ernaartoe was het eerste zgn dirt track dat we met de auto gereden hebben. Hij is er duidelijk voor gemaakt en rijdt als een zonnetje.
Op de terugweg langs de Rainbow Jungle, een opvanghuis voor papagaaien. Heel mooi opgezet en ruim voorzien van shade cloth, dus zelfs rond het middaguur goed te doen. Ik had geen idee dat er zoveel soorten papagaaien, kakatoes en parkieten voorkomen in en rond Australie. We hebben genoten, Joy naast de vogels ook van de kruip-door-sluip-door paadjes rond en over vijvers in deze tropische tuin.
Naast de Rainbow Jungle was het Seahorse Sanctuary. Het schijnt dat velen zeepaardjes in het wild vangen om als huisdier te houden en de diertjes overleven dat nooit. Hier fokken ze zeepaardjes en leren ze ontdooide garnalen te eten, waardoor ze wel te houden zijn als huisdieren. Big business te zien aan de hoeveelheid te verschepen zeepaardjes, alle dierenwinkels in Australie nemen hier af. Fantastisch om de zeepaardjes nu eens rustig te kunnen observeren en in grote getalen. En nog wat opgestoken door de informatie die verschaft wordt. Ik zou er bijna aan geloven... Joy vond de goudvis van Prabutha al geweldig, dit zou helemaal wat zijn. Maar ja, dieren horen in het wild vind ik, dus toch geen huisdieren meer. Argument van de kwekerij is dat je deze zeepaardjes kunt vergelijken met een kat die ergens in een huis geboren wordt; het dier weet niet beter. Hmm.
De eerste avond in Kalbarri hadden we er weer ruim 350 km op zitten. Ik was moe en wilde graag even relaxen, even buiten zitten, lezen, what ever. Maar Joy heeft nabijheid nodig, alles is natuurlijk vreemd en ongewoon. En hoewel haar stemming goed is, zij open staat naar mensen (roept zodra ze iemand ziet hallo! of hi!, aan de mate van gehang en lichtelijk gejammer ipv gewoon praten merk je toch dat het veel is voor haar. Dus ik moet de tent in totdat ze slaapt en dat duurde even. Uiteindelijk door gedwongen meditatie ook gevoelsmatig het besef gekregen wat er speelt en berusting gevonden. De volgende avond met haar de tent in en slaapliedjes zingen, binnen 10 min was zij knock out. En ik lees of zit zoals nu te schrijven, want ik ben vergeten de lamp op te laden en kan dus niet lezen. Dan maar een tijdje geen yoga ‘s avonds, het is niet anders. Joy slaapt sinds wij hier zijn niet meer ‘s middags, ook te wijten aan de vele indrukken en het avontuur denk ik. Beiden worden we rond 6 uur wakker met de zon en de vele vogels. Dat zij in de auto niet in slaap valt om de gemiste uren in te halen blijft me verbazen.
Tijdens ritten maken we minstens een tussenstop om te tanken. Eerder aten we dan ook een boterham en hadden we een p-stop, maar dat slaan we nu over. Tanken, onderweg eten en Joy heeft een luier om om door te kunnen rijden. Soms plast zij drie keer kort achterelkaar en zo vaak kun je langs een highway niet stoppen. De luier was haar idee en het voorkomt veel stress. Vandaag hebben we zo 400 km gereden in 4 uur tijd. Met de ramen open is het uit te houden qua temperatuur, hoewel het laatste uurtje toch echt af en toe de airco aangaat. Naarmate we vermoeider worden voelt de warmte gewoon anders lijkt het wel. En doorrijden heeft toch de voorkeur boven de ritten over de dag spreiden en rekken, dus ja dat is vermoeiend.
9 april Vandaag was de bestemming iets waar wij beiden naar uitkeken. We zijn in Monkey Mia en daar komen de dolfijnen naar het strand zwemmen. Morgenochtend worden ze gevoerd, de toeristische attractie, maar vanmiddag hebben we gezwommen en waren ze net voorbij gekomen voor een spontaan bezoek. Dat blijkt vaker te gebeuren, helaas hebben wij het iedere keer net gemist. Tijdens een heel mooie zonsondergang hebben we wel twee zeeschildpadden bij de jetty gezien die lucht kwamen happen. Wat een ongekend mooie dieren, je wordt er stil van. Ik verheug me op morgen en ben benieuwd hoe Joy het vindt. Ze vond de zee nu al geweldig en ik moet zeggen dat Monkey Mia boven verwachting prettig is. Het is een kleine en beschutte baai en daardoor prettiger om in zee te zijn dan langs een lange kust met een immense uitgestrekte oceaan voor je. En naast ons tentje bivakkeert een Nederlands gezin met een jongen van een jaar of 5-6, Joy en Milo zijn beiden blij om met elkaar te spelen.
De volgende ochtend stonden we met nog zo een honderd man netjes op een rij in kniediep water toen de ranger kwam om uitleg te geven over het hoe en waarom van het contact met de dolfijnen in Monkey Mia en uiteindelijk ook om de dolfijnen te voeren. En Joy vroeg zo lief ‘may I give a fish’ dat het ook mocht. Een uit vijf geluksvogels, want meer vissen krijgen de dolfijnen niet. Ze legde de vis netjes in zijn bek, waarna de dolfijn zich met een oog oprichte uit het water voor een lange blik richting Joy en mijzelf. Heel bijzonder van zo dichtbij, hoewel gevoerd is het toch een wild dier. De paar keer dat mensen ze hebben aangeraakt zouden ze agressief hebben gereageerd. Ze bepalen dus altijd nog hun eigen grenzen zo constateer ik dan. We zijn nog even bij het strand gebleven en ik besloot toch die dag al door te rijden. De vrijdag er op zouden nl de schoolvakanties hier beginnen en dan zou het wel eens moeilijk kunnen worden om een kampeerplekje op onze volgende bestemming te vinden.
10 april Hoewel vanwege de afstand eerst voornemens om in of rond Carnarvon te overnachten, zijn we doorgereden naar Coral Bay. Bijna 6 uur rijden en zowaar heeft Joy even geslapen tijdens het laatste stuk. Het hielp dat we halverwege een lange stop hadden ingelast, warm gelunchd en dus niet hoeven koken bij aakomst. En het was allemaal zeer de moeite waard. Een grote baai zoals verwacht vol koraal, maar bovenal met tientallen meters kniediep water wat ideaal is voor kleine kinderen die graag op het strand en in het water spelen. Spelen dus op het strand en van een mooie zonsondergang Genieten.
Besloten ons hier aan een betaalde toerische attractie over te geven en dat was leuker dan verwacht. We zijn de volgende middag met een glass boat de zee op geweest. Opnieuw zeeschildpadden gezien, hoewel nu snel voorbij zwemmende vlekken en niet zo duidelijk zichtbaar als bij Monkey Mia, maar ook een dudong, een zeekoe. Zeer zeldzaam om die te zien en indrukwekkend, dat zeker. Verder hebben we twee keer gesnorkeld. Joy wilde mee het water in met zwemvest aan en een ‘noodle’ om op te leunen, zo opgetuigd hing ze in mijn armen in het water. Totdat ik de schrik van mijn leven kreeg omdat er een dier achter mij uit het water opsprong en aan mijn haren trok. Dat bleken later grote snappers te zijn, brutale vissen die graag aan een en ander trekken met hun bek. Ik had dat niet verwacht en door mijn schrik wilde Joy het water uit. Nadat ze het nog een keer deden en onverwacht ook nog eens aan mijn bikini wilde ik e ook uit. Als ik er op bedacht was, had ik er wellicht om kunnen lachen en naar kunnen kijken door de snorkel, maar nu deed het vooral mijn haaienangst geen goed en was voor mij de lol eraf. De sfeer op de boot maakte het meteen goed en door de bodem van de boot is eigenlijk meer te zien dan door je snorkel, bovendien is het veel relaxter.
12 april Na de ontspanning en het plezier gisteren, was er ook een grote ‘tantrum’ van Joy, die mij opnieuw deed beseffen dat zij behoefte heeft aan structuur en veiligheid en vooral naar de vrijheid om af en toe haar eigen gang te kunnen gaan. We zijn natuurlijk constant samen en we hebben beiden soms even ruimte en lucht nodig. Dat gaat niet, want ik kan Joy niet ergens alleen laten en eigenlijk wil ze ook niet alleen zijn, wat mij soms ‘s avonds kan benauwen als ik graag even wat voor mijzelf doen, yoga lezen etc. Op een half uurtje alleen knexxen in de schaduwrijke keuken na, die ik vanuit de tent kan zien, is er geen ruimte meer. Joy wil naar Broome zegt ze ook en volgens mij bedoelt ze een huis/thuis. Dus besloten om nu door te halen, de vakantie verder af te breken, en dus weer een lange rit voor de boeg (550 km). Jammer, want bij Monkey Mia of Coral Bay kom je niet zo even en we zijn er nu, we hebben de tijd, maar als je er niet van kan genieten heeft dat weinig zin. Dus vandaag doorgereden naar Roeburne, slechts voor een overnachting. En dan waardeer je zomaar even eens te meer de faciliteiten en prettig sfeer van de voorgaande plaatsen. Dit was een caravan park waar mijnwerkers wonen bij gebrek aan betaalbare huizen en bovendien heerste er een sprinkhanenplaag. Joy kreeg er een onder haar jurkje en dat was goed voor een sprong van ongeveer een meter linearecta de lucht in. Na de grote kever waar zij de dag tevoren per ongeluk op had gestaan was het echt even te veel van het goede. Eten, slapen, ontbijten en weer door dus.
13 april Weer een lange rit, nu naar een mooie bestemming nl 80 mile beach, dichtbij Broome. De plek voelde meteen goed, het strand is ongelofelijk mooi en we hebben flink schelpen verzameld om een hanger van de maken voor ons nieuwe huis.
14 april Hoewel ik graag een nachtje gebleven was, wilde Joy door, dus na een lange strandwandeling ‘s ochtens vroeg zijn we doorgereden naar Broome. En daar zit ik dit nu te schrijven. Broome is inderdaad veranderd; het is veel groter, drukker en commercieler geworden. Het toerisme is in het dagelijks leven nu veel merkbaarder dan vroeger lijkt me, want je kunt gewoon niet meer om de hoeveelheid resorts, auto’s en dure restaurants heen. En wat tegenvalt is dat ik de accomodatiesituatie toch onderschat had. Op het net had ik vele huizen rond de 300 dollar per week en wat duurder (voor een overbruggingsperiode had ik bedacht) gezien, niet beseffende dat je dan voor 6-12 maanden moet huren. Inmiddels zijn er alleen nog veel duurdere huizen te huur met dezelfde voorwaarden. Ik had bedacht voor 6 weken duur te huren en in die tijd verder te zien. Dat gaat dus niet. En wat dan? Rondje zgn short stay verblijven leert dat die eigenlijk niet bestaan. Rondje ‘notice boards’ levert wat telnrs op van mensen die een kamer verhuren, maar toch maar liever niet aan een vrouw met kind. Alle vakantieverblijven vragen voor de meest shabby caravan 150 dollar per nacht, nu betalen we 280 per week. Aan Bernard, een oude kennis, van hem hebben we een grote kamer gehuurd met daarin wat meubels en koelkastje. Minimaal voor een maand, wat nadeling lijkt maar eigenlijk rust geeft. Een opmerking over de gedeelde faciliteiten die aan schoonmaak toewaren resulteerde vandaag al in schone douche en wc. Op zich is dit alternatief helemaal zo gek nog niet. We zitten heel dicht bij Cable Beach.
En nu vanuit rust netwerken, want dit is niet wat ik voor ons bedacht had. Joy heeft behoefte aan een thuis en ik ben ook echt geen nomade van nature, dus enige stabiliteit is zeer welkom. Vandaag hebben we deze grote kamer schoongemaakt, ingericht, gezellig gemaakt en het was een goede dag. Joy vindt het zo heerlijk om lekker te kunnen spelen, haar eigen ding te kunnen doen en voelt zich duidelijk prettig hier. Dat is fijn om te zien. En van alle opties voor de dag wilde ze vandaag kijken bij de eerste crèche, morgen bij de tweede. Dan maken we een keus en gaat zij wennen. Vandaag wilde ze de kinderen zien en spelen. De kinderen die aan het schilderen waren maakten plaats en Joy heeft echt een fantastisch mooi schilderwerkje gemaakt, helemaal in Broome-kleuren. Ze is zo uit op contact, open en vrolijk, heerlijk om haar zo te zien en wat knap dat zij zo naar haar behoeften handeld.
16 april Vandaag zijn we naar een ander kinderdagverblijf geweest en hebben Joy daar meteen ingeschreven. Ze is nu een ‘little squid’ bij de Little Pearlers daycare. Ze vond het meteen fantastisch, de leidsters (alle drie vast en fulltime), ruimte en activiteiten spraken mij aan en de omgeving ligt centraal in Broome. Het is vlakbij onze postbus, huisartspraktijk en de lagere school van mijn keuze. Ook dit valt dus weer allemaal op zijn plek. Morgen gaat Joy spelen, maandag serieus wennen en dan verder zien. Verder zijn we vandaag voor het eerst in zee geweest, die zeer mooi en kalm was, Joy heeft echt genoten van de golven en wilde er niet uit. Alleen dan om al seen gek over het strand te rennen en liefst naar de kamelen, met wie ze vanochtend kennis heeft gemaakt. We gaan een dezer dagen gewoon maar een tour boeken bij Alison, met wie ik vroeger gewerkt heb. The good times have started
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment